woensdag 28 mei 2014

De beste oplossing voor trekken aan een dood paard is afstappen

De beste oplossing voor trekken aan een dood paard is afstappen
De “activerende opening” als werkvorm in het onderwijs


Een oude wijsheid van de Dakota indianen leert ons dat, wanneer we op een dood paard rijden, we direct af moeten stappen en te voet verder moeten gaan. Is de oplossing echt zo simpel? Moeten we onze vertrouwde manier van lesgeven – de traditionele hoorcolleges – écht naast ons neerleggen?

De werkvorm
Bij de cursus Activerend Opleiden leren zowel beginnende als ervaren docenten hoe zij hun lessen activerend in kunnen richten en het leerrendement van studenten zo hoog mogelijk kunnen maken. Een activerende opening is één van de werkvormen die je als docent kunt inzetten om studenten warm te laten lopen voor de les die je als docent wilt gaan geven. In plaats van meteen te beginnen met de theorie, probeer je op zoek te gaan naar “klittenband” bij de studenten.  

 












Afbeelding: Fokke en Sukke hebben een nieuwe onderwijsmethode ontdekt (www.foksuk.nl).


De theorie
Binnen Activerend Opleiden heb ik als docent kennisgemaakt met diverse werkvormen als werkopdrachten, discussievormen, maar ook ijsbrekers. “IJsbrekers zijn korte, onverwachte, leerzame activiteiten die de studenten letterlijk of figuurlijk in beweging brengen” (Bijkerk & Van der Heide, 2012, p. 89). Een activerende opening is zo’n ijsbreker, waarbij je de aandacht van de studenten probeert te trekken en hen wil laten focussen op het onderwerp. Je kunt dat doen door bijvoorbeeld een foto, een citaat of een metafoor te laten zien. Het is vooral van belang dat studenten verhalen uitwisselen. De eigen mening van de docent doet er niet zo toe bij een activerende opening.

De praktijk
Toch is het uitvoeren van een activerende opening nog niet zo gemakkelijk. Dat heb ik zelf als docent ervaren tijdens een van de cursusdagen van Activerend Opleiden. Om een activerende opening succesvol te laten zijn, moet je zowel kijken naar de keuze voor de werkvorm (past deze bij het onderwerp en is deze prikkelend?) als de interactie tussen deelnemers. Dat eerste lukte me aardig, maar de interactie tussen de deelnemers kwam wat lastig op gang. Ik bood als docent geen veilige omgeving, omdat ik de deelnemers overvroeg en best persoonlijke vragen stelde. Dat ging ik doen, omdat het zo lang stil bleef. Het voelde als trekken aan een dood paard.
Een paar weken later heb ik wederom een activerende opening uitgevoerd en heb ik de feedback die ik bij de eerste keer gekregen had, verwerkt. Die opening ging veel beter; de deelnemers raakten enthousiast en deden volop mee. Ook tijdens mijn “echte” lessen zie ik dat gedrag van studenten terug.
Studenten geven aan dat ze door actief bezig te zijn met de lesstof, de les leuker vinden en de lesstof sneller begrijpen. En dat terwijl ik als docent eigenlijk veel minder actief les sta te geven dan voorheen!

Kort door de bocht kunnen we concluderen dat de traditionele wijze van lesgeven niet meer werkt. Studenten leren niet veel wanneer zij alleen maar de docent moeten luisteren. Het is trekken aan een dood paard. Wees dan ook verstandig als docent en durf van dat paard af te stappen!




vrijdag 9 mei 2014

Toetsen, toetsen en nog eens toetsen!



De afgelopen weken stonden in het teken van toetsen, en wel op alle mogelijke manieren. Het maken van toetsen, het leren voor toetsen, het leren over toetsen, nogmaals het maken van toetsten (nu was ik zelf de student), het evalueren van toetsen en zelfs het toetsen van toetsen.
Bij het maken van toetsen, is de eerste vraag; Wat wordt er getoetst? Die direct gevolgd wordt door de vraag; Hoe wordt er getoetst? Dat kan met assessments, practica, essays, maar meestal wordt er teruggegrepen op het beproefde concept van het tentamen. Zo ook bij mij. Dus om specifieker te zijn de afgelopen weken stonden voor mij in het teken van tentamens. 

Nu bestaat een goed tentamen uit goede vragen. Vragen met een dusdanige formulering dat er geen twijfel over het gewenste antwoord bestaat. En dat – bleek in de praktijk – is nog niet zo eenvoudig. Vroeger kon ik mijn docenten wel vervloeken als ze me, in mijn ogen weer eens een volkomen onduidelijke vraag voorlegde. – Wat vanzelfsprekend natuurlijk altijd aan de vraag en niet aan mijn voorbereiding lag.
Sinds de afgelopen weken heb ik hier veel meer begrip voor gekregen. Het valt nog niet mee om een gebalanceerd tentamen samen te stellen. Waarin de bedoeling van de verschillende kennis-, inzicht,- toepassing-, en reflectievragen zowel glashelder geformuleerd zijn en tegelijkertijd voldoende ruimte laat voor de eigen input vanuit de bestudeerde tentamenstof. 




En dat is nog maar één aspect. Ook de juiste balans tussen de verschillende leerdoelen en de verdeling van de moeilijkheidsgraad over de verschillende vragen neemt de nodige tijd in beslag. Of wat denk je van de geschatte tijdsduur? Geen idee hoe lang ze met die vraag bezig zijn, en wat is eigenlijk de norm? Hoe beter de student gestudeerd heeft, hoe sneller hij of zij kan antwoorden. Kortom, tentamenstress heeft voor mij een hele nieuwe betekenis gekregen. 

Om hier meer grip op te krijgen en de studenten een goede oefening te bieden heb ik in de klas gebruik gemaakt van de werkvorm Socrative. Het laatste college stond volledig in het teken van een oefententamen. Ik heb er bewust voor gekozen om naast het – in mijn ogen, en die van Bloom – afgewogen en uitgebalanceerde tentamen, een volledig representatief oefententamen samen te stellen.

Dit was voor de studenten, maar ook voor mij de generale repetitie. Tijdens het behandelen van het oefententamen werkte Socrative voor de studenten vooral als een mooie interactieve tool om de les leuker te maken. Maar door direct de scores per vraag te zien wist ik ook bij welke vragen ik langer stil moest staan en bij welke vragen ik snel verder kon. Waardoor de altijd kostbare tijd zo efficiënt mogelijk benut kon worden.
Een andere belangrijke meerwaarde van Socrative was de Excel uitdraai van de scores. Door de individuele bijdrage van alle leerlingen te registeren verschafte de tabel mij een overzicht van de resultaten per vraag. Uit deze feedback kon ik goed teruglezen hoe er gescoord was per categorie van Bloom en of het tentamen te moeilijk of te makkelijk bevonden werd.

Niet alleen ik was overtuigd van Socrative als werkvorm. De positieve reacties aan het einde van de les, bevestigde dat de studenten ook erg enthousiast waren.

Al met al was ik tevreden en na wat laatste aanpassingen aan de hand van de feedback vond ik mijn toetsen geslaagd. Maar ik zou het bijna vergeten. Toen was er ook nog mijn eigen toets en de grote vraag is; ben ik daarvoor ook geslaagd?

Dat is nog even afwachten…