dinsdag 30 september 2014

Dress to impress?

"DRESS TO IMPRESS?"

Goed voorbeeld doet goed volgen of is gewoon jezelf zijn goed genoeg als je voor de klas gaat? En gaat comfort boven stijl of stijl boven comfort? Als je doceert stap je in een voorbeeldrol. Hoe zakelijk, creatief, persoonlijk, chique of eenvoudig mag het zijn?

de werkvorm

Een activerende lesopening met als ijsbreker een vraag over een dresscode voor docenten. Is die er? Zou die er moeten zijn? En wat zouden algemene adviezen kunnen zijn over je outfit als docent? Wat trek je zelf als docent het liefste aan?
voor het verrassings- en verbazingseffect vond ik het volgende filmfragment
[scene uit "Laurence Anyways" (2012)]
...is de hoofdrolspeler in deze scene een goed voorbeeld?


de theorie

Deze activerende opening had als doel om de stof van de afgelopen les over breinprincipes ter discussie te stellen. Met name die van de functie van de spiegelneuronen. Je hebt als docent een voorbeeldfunctie. Moet zich dit dan ook niet in je kledingkeuze uiten?
Het gekozen filmpje zet de kijkers op het verkeerde been. Je ziet op het eerste gezicht een chique geklede dame voor de klas verschijnen, maar de lange stilte en de langzaam inzoomende camera onthullen uiteindelijk een docent van het mannelijk geslacht in mantelpak. Kan dit?!...

de praktijk

"MAAK JEZELF OVERBODIG"
        Hoe pakkender je filmpje en hoe helderder de vraagstelling, des te meer beweging     
        er in de groep komt. 
        Het enige dat je hoeft te doen is de groep opstarten en de studenten 
        vervolgens met elkaar in gesprek te laten gaan.

TIP om haperingen te voorkomen: 
maak een hyperlink aan in Powerpoint via het menu 'insert' en kopieer hier de URL naartoe. Of kies voor een duurzamere oplossing, door het youtubefilmpje te downloaden met behulp van de App WIN-X VIDEO CONVERTER. Knip vervolgens het gewenste fragment uit op een door jou geselecteerde schermgrootte. Dit voorkomt haperingen bij gebrek aan internetverbinding, overtollig filmmateriaal en je zorgt voor een optimale beeldkwaliteit.

En formuleer je vraagstelling helder, zodat de studenten duidelijk voor ogen hebben waar ze op kunnen reageren.

tot slot

De moraal van het verhaal en de ontstane discussie was eenduidig: het ligt aan de branche waarin je lesgeeft en als de inhoud van je lessen goed is, stoort kledingkeuze zelden.


Weest gewoon jezelf, er zijn al zoveel anderen
          * LOESJE

Hoe zou jij dat doen?


Interesse door elkaar te overtuigen

In plaats van te vertellen hoe het moet leg je de studenten vier strategieën voor. Zij kiezen hun favoriete strategie en proberen elkaar te overtuigen. De ideale start, want: studenten zijn actief, voorkennis wordt geactiveerd, de koppeling aan de praktijk is duidelijk en…ze worden nieuwsgierig. Want hoe moet het in het echt??

De werkvorm
Vraag je studenten hoe zij een bepaalde praktijksituatie zouden aanpakken, zoals in de bijgevoegde powerpointslide (training adviesvaardigheden over debriefen):
Vervolgens leg je de studenten drie tot vier alternatieven voor, die je vooraf in steekwoorden op een flap hebt gezet. Je houdt één voor één de flaps omhoog en vertelt met enthousiasme over die strategie.
Als je de strategieën hebt toegelicht en neergelegd/opgehangen, vraag je de studenten om bij de strategie van hun keuze te gaan staan. Nu is het aan hen om elkaar te overtuigen! Jij moedigt de discussie aan door vragen te stellen, interessante argumenten uit te lichten en anderen om reacties te vragen. Kortom: olie op het vuur! Als de belangrijkste argumenten zijn genoemd leg je uit hoe de situatie volgens de theorie gehanteerd zou moeten worden.

De theorie
In het geval van de training waar bovenstaande slide bij hoort konden de studenten kiezen uit de volgende strategieën:
1.      Je mailt het document. De opdrachtgever heeft het druk en kan zo op zijn eigen tijd het stuk bekijken en reageren.
2.      Je presenteert kort de hoofdlijnen en belangrijkste argumenten en biedt ruimte voor vragen achteraf.
3.      Je reserveert 1,5 uur in de agenda van de opdrachtgever voor een uitgebreide toelichting op je plannen en hoe je daartoe bent gekomen.
4.      Je gaat in gesprek met de opdrachtgever waarbij je hem om input vraagt bij de cruciale onderdelen en twijfelpunten

Strategie 1 is echt verkeerd, strategie 2 en 3 hebben een aantal nadelen en strategie 4 is het beste. Bij strategie vier neem je niet teveel tijd van de opdrachtgever in beslag, heb je de leiding over het gesprek en stuur je het gesprek actief naar de onderwerpen die voor jou van belang zijn. Ik heb deze werkvorm ook bij trainingen over leiding geven, creatief denken en het hanteren van weerstand gebruikt.

De Praktijk

Hier een aantal tips om de werkvorm tot een succes te maken:
1)      Zorg dat je de praktijksituatie beeldend beschrijft zodat studenten zich er in kunnen verplaatsen.
2)      Zorg voor duidelijke verschillen tussen de strategieën. Tip: één is echt fout en twee bevatten de typische fouten die studenten maken.
3)      Houd jezelf afzijdig van de inhoud maar wakker wel het vuur aan met opmerking als ‘interessant...ik ben benieuwd wat deze groep er van vindt’, ‘en deze strategie…waarom kiezen jullie daar niet voor?’ enz. Dit wekt nieuwsgierigheid naar wat jij als docent vindt.
4)      Geef aan dat studenten mogen wisselen van strategie als ze overtuigd zijn geraakt door een van de anderen. Dit versterkt de competitie.
5)      Leg een brug tussen de werkvorm en de theorie. Na de discussie vertel je hen hoe ze de situatie het beste kunnen aanpakken. Ga daarbij expliciet in op hun eerdere opmerkingen en inzichten.
 
Tot slot
Wil je een leuke, interactieve werkvorm die voorkennis activeert, focus geeft en weinig tijd kost in de voorbereiding? Kies dan een herkenbare praktijksituatie waar jouw les op voorbereidt, bepaal hoe studenten die meestal (verkeerd!) aanpakken en hoe ze het zouden moeten doen. Schrijf dit op flaps, introduceer met enthousiasme en de studenten doen de rest!

 

 

zondag 28 september 2014

Een goed begin gaat niet vanzelf!

Een goed begin gaat niet vanzelf!
Hoe betrek je studenten bij je les?

Het opstarten van een college is heel belangrijk. Dat weten we allemaal. Maar hoe zorg je voor de juiste aandacht? Zodat je op een goede manier kunt overbrengen wat je wilt aan je studenten? Dan moet het begin goed zijn.

Werkvorm: IJsbreker
Op de opleiding Activerend Opleiden heb ik geleerd dat een ijsbreker aan het begin van de les erg belangrijk is. Ik heb dit toegepast bij het college Buisness Marketing. De ijsbreker is een werkvorm waarbij studenten in een veilige omgeving een vraag wordt gesteld. Iets waarbij ze zich herkennen. Ik heb gevraagd: welk innovatief product hebben jullie wel eens gekocht? Ik heb het begrip innovatief kort toegelicht: iets nieuws, iets wat nog niet iedereen kent.

Theorie: Betrokkenheid
Met de ijsbreker creëer je betrokkenheid en aandacht. Het is een korte en krachtige werkvorm waarbij je het klittenband zoekt en vindt bij de groep. Zo leren studenten vanaf het begin dat interactie wordt gewaardeerd en dat zij zich in een veilige omgeving bevinden. Immers, alle antwoorden zijn goed en hebben betrekking op de les.



Praktijk: Reflectie
Met de ijsbreker ‘innovatieve producten van nu’ heb ik de link gelegd naar innovatieve producten in de geschiedenis. En daarbij Henry Ford geciteerd. Zoals je ziet in de cartoon. De studenten wisten wie Ford was en ook dat hij van een onbekend product naar massaproductie was gegaan. Auto’s bleek een hele populair onderwerp bij de studenten. Ik weet zelf helemaal niet zo veel van auto’s. Ik had me daar niet goed genoeg op voorbereid.


Tot slot: Genoeg weetjes bij de hand hebben is cruciaal
Een ijsbreker in de vorm van een cartoon is een hele goede start van je college. Studenten voelen zich betrokken en veilig. Zorg wel dat je over het onderwerp van de cartoon genoeg leuke feiten hebt, ook al gaan deze niet over de feitelijke stof van het college. Dan behoud je de aandacht die je in het begin hebt opgeroepen.

Een goed begin is het halve werk, maar pakkende feiten maken het af!