De afgelopen weken stonden in het teken van toetsen, en wel op alle mogelijke manieren. Het maken van toetsen, het leren voor toetsen, het leren over toetsen, nogmaals het maken van toetsten (nu was ik zelf de student), het evalueren van toetsen en zelfs het toetsen van toetsen.
Bij het maken van toetsen, is de eerste vraag; Wat wordt er getoetst? Die direct gevolgd wordt door de vraag; Hoe wordt er getoetst? Dat kan met assessments, practica, essays, maar meestal wordt er teruggegrepen op het beproefde concept van het tentamen. Zo ook bij mij. Dus om specifieker te zijn de afgelopen weken stonden voor mij in het teken van tentamens.
Nu bestaat een goed tentamen uit goede vragen. Vragen met een dusdanige formulering dat er geen twijfel over het gewenste antwoord bestaat. En dat – bleek in de praktijk – is nog niet zo eenvoudig. Vroeger kon ik mijn docenten wel vervloeken als ze me, in mijn ogen weer eens een volkomen onduidelijke vraag voorlegde. – Wat vanzelfsprekend natuurlijk altijd aan de vraag en niet aan mijn voorbereiding lag.
Sinds de afgelopen weken heb ik hier veel meer begrip voor gekregen. Het valt nog niet mee om een gebalanceerd tentamen samen te stellen. Waarin de bedoeling van de verschillende kennis-, inzicht,- toepassing-, en reflectievragen zowel glashelder geformuleerd zijn en tegelijkertijd voldoende ruimte laat voor de eigen input vanuit de bestudeerde tentamenstof.
En dat is nog maar één aspect. Ook de juiste balans tussen de verschillende leerdoelen en de verdeling van de moeilijkheidsgraad over de verschillende vragen neemt de nodige tijd in beslag. Of wat denk je van de geschatte tijdsduur? Geen idee hoe lang ze met die vraag bezig zijn, en wat is eigenlijk de norm? Hoe beter de student gestudeerd heeft, hoe sneller hij of zij kan antwoorden. Kortom, tentamenstress heeft voor mij een hele nieuwe betekenis gekregen.
Om hier meer grip op te krijgen en de studenten een goede oefening te bieden heb ik in de klas gebruik gemaakt van de werkvorm Socrative. Het laatste college stond volledig in het teken van een oefententamen. Ik heb er bewust voor gekozen om naast het – in mijn ogen, en die van Bloom – afgewogen en uitgebalanceerde tentamen, een volledig representatief oefententamen samen te stellen.
Dit was voor de studenten, maar ook voor mij de generale repetitie. Tijdens het behandelen van het oefententamen werkte Socrative voor de studenten vooral als een mooie interactieve tool om de les leuker te maken. Maar door direct de scores per vraag te zien wist ik ook bij welke vragen ik langer stil moest staan en bij welke vragen ik snel verder kon. Waardoor de altijd kostbare tijd zo efficiënt mogelijk benut kon worden.
Een andere belangrijke meerwaarde van Socrative was de Excel uitdraai van de scores. Door de individuele bijdrage van alle leerlingen te registeren verschafte de tabel mij een overzicht van de resultaten per vraag. Uit deze feedback kon ik goed teruglezen hoe er gescoord was per categorie van Bloom en of het tentamen te moeilijk of te makkelijk bevonden werd.
Niet alleen ik was overtuigd van Socrative als werkvorm. De positieve reacties aan het einde van de les, bevestigde dat de studenten ook erg enthousiast waren.
Al met al was ik tevreden en na wat laatste aanpassingen aan de hand van de feedback vond ik mijn toetsen geslaagd. Maar ik zou het bijna vergeten. Toen was er ook nog mijn eigen toets en de grote vraag is; ben ik daarvoor ook geslaagd?
Dat is nog even afwachten…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten