Prikkelen… en dan?
Activeren vraagt om een actieve houding
Bij activerende opening is het het idee dat je de aandacht
van de studenten trekt. Dat kun je doen door een citaat, filmpje, verhaal of
wat dan ook. Uitgangspunt is dat het de aandacht trekt en de studenten verleid
worden om over het onderwerp van de dag na te denken en te discussieren.
Gevolg: studenten zijn inhoudelijk gefocust op de les en hebben een actieve
houding aangenomen. Tot zover de theorie. Want prikkelen is zeker belangrijk…
Erna daadwerkelijk richting geven aan de discussie en een logische brug maken
naar de stof is minstens zo belangrijk. En dat vraagt meer voorbereiding dan
gedacht. Dat laatste is misschien wel een nog belangrijkere les voor in ieder
geval mijzelf als docent.
De werkvorm
Als prikkelende opening maakte ik gebruik van een Loesje.
Met als tekst: Bureaucratie, wat zullen ze daar lang over vergaderd hebben.
Veel mensen hebben een (negatieve) associatie bij het woord bureaucratie. Een
van die associaties is al op de poster weergegeven: in een bureaucratie wordt
veel vergaderd… In de activerende opening heb ik mijn medestudenten gevraagd
naar hun associaties bij het woord ‘bureaucratie’.
Bureaucratie… de theorie…
Ondanks de negatieve associaties die veel mensen in het
dagelijks taalgebruik hebben met een bureaucratie, heeft binnen het openbaar bestuur
de term bureaucratie wel degelijk een specifieke waarde. Voor een overheid is
het bijvoorbeeld belangrijk om niet willekeurig te werken, betrouwbaar te zijn,
voorspelbaar te zijn etc. Ofwel: een overheid moet zich houden aan de
beginselen van het behoorlijk bestuur.
Daarvoor is het nodig een overheidsorganisatie
op een bepaalde manier vorm te geven, die we ook wel bureaucratie noemen. Voor
een bestuurskundestudent is het belangrijk om te beseffen dat de overheid op
een bepaalde wijze georganiseerd is met een duidelijke reden. Tegelijkertijd
moeten zij die negatieve associaties te kennen. Immers die associaties hebben
ergens hun oorsprong: de overheid wil wel eens door die in de praktijk wat overgeorganiseerd
zijn wat voor de buitenwacht kan voelen als proceduregericht, inflexibel en
traag.
De praktijk van de activerende opening
Tsja… Een discussie over associaties bij het woord
bureaucratie is één. Maar waar leidt die discussie toe, hoe krijg je voldoende
verdieping en wat is eigenlijk het moment waarop de essentie van de discussie
en focus van de les duidelijk (gemaakt) moet worden? Dat zijn vragen die een
docent zichzelf moet stellen in de voorbereiding.
Vooral wanneer je boven de stof staat, kun je verwachten
welke richting een discussie ongeveer op zal gaan. In mijn geval kon dat
grofweg twee kanten op gaan: negatieve associaties of positieve. Daarop is het
mogelijk om verdiepende vragen te stellen: bijvoorbeeld of mensen ergens eigen
voorbeelden bij hebben.
Hoewel mijn persoonlijke mening er niet toe doet tav de mate
van bureaucratie bij overheidsorganisaties, vind ik als docent organisatiekunde
wel dat studenten beide kanten moeten zien. In de discussie probeerde ik dat
teveel te sturen, terwijl ik dat beter aan de eigen voorbeelden had kunnen
koppelen. Ook daarbij had een betere voorbereiding geholpen.
Tot slot de relatie met de Loesje als zodanig. Die had ik
scherper kunnen maken. Over het tweede deel (vergaderen), hebben we eigenlijk
niet gesproken. De Loesje boet daarmee dus in kracht in.
Prikkelen… en dan
Resumé kan ik stellen dat een goede voorbereiding essentieel
is om rendement uit de activerende opening te halen. De vragen die ik eerder
geformuleerd heb zijn essentieel om voor jezelf te beantwoorden. Pas dan zal
een activerende opening daadwerkelijk tot focus op de inhoud en een actieve werkhouding
leiden. Prikkelen is namelijk goed, maar als voor de toehoorder de essentie
niet helder is, dan zullen mensen juist afhaken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten