zaterdag 25 oktober 2014

Prikkelen… en dan? Activeren vraagt om een actieve houding

Prikkelen… en dan?

Activeren vraagt om een actieve houding

Bij activerende opening is het het idee dat je de aandacht van de studenten trekt. Dat kun je doen door een citaat, filmpje, verhaal of wat dan ook. Uitgangspunt is dat het de aandacht trekt en de studenten verleid worden om over het onderwerp van de dag na te denken en te discussieren. Gevolg: studenten zijn inhoudelijk gefocust op de les en hebben een actieve houding aangenomen. Tot zover de theorie. Want prikkelen is zeker belangrijk… Erna daadwerkelijk richting geven aan de discussie en een logische brug maken naar de stof is minstens zo belangrijk. En dat vraagt meer voorbereiding dan gedacht. Dat laatste is misschien wel een nog belangrijkere les voor in ieder geval mijzelf als docent.

De werkvorm

Als prikkelende opening maakte ik gebruik van een Loesje. Met als tekst: Bureaucratie, wat zullen ze daar lang over vergaderd hebben. Veel mensen hebben een (negatieve) associatie bij het woord bureaucratie. Een van die associaties is al op de poster weergegeven: in een bureaucratie wordt veel vergaderd… In de activerende opening heb ik mijn medestudenten gevraagd naar hun associaties bij het woord ‘bureaucratie’.


Bureaucratie… de theorie…

Ondanks de negatieve associaties die veel mensen in het dagelijks taalgebruik hebben met een bureaucratie, heeft binnen het openbaar bestuur de term bureaucratie wel degelijk een specifieke waarde. Voor een overheid is het bijvoorbeeld belangrijk om niet willekeurig te werken, betrouwbaar te zijn, voorspelbaar te zijn etc. Ofwel: een overheid moet zich houden aan de beginselen van het behoorlijk bestuur. 

Daarvoor is het nodig een overheidsorganisatie op een bepaalde manier vorm te geven, die we ook wel bureaucratie noemen. Voor een bestuurskundestudent is het belangrijk om te beseffen dat de overheid op een bepaalde wijze georganiseerd is met een duidelijke reden. Tegelijkertijd moeten zij die negatieve associaties te kennen. Immers die associaties hebben ergens hun oorsprong: de overheid wil wel eens door die in de praktijk wat overgeorganiseerd zijn wat voor de buitenwacht kan voelen als proceduregericht, inflexibel en traag.

De praktijk van de activerende opening

Tsja… Een discussie over associaties bij het woord bureaucratie is één. Maar waar leidt die discussie toe, hoe krijg je voldoende verdieping en wat is eigenlijk het moment waarop de essentie van de discussie en focus van de les duidelijk (gemaakt) moet worden? Dat zijn vragen die een docent zichzelf moet stellen in de voorbereiding.

Vooral wanneer je boven de stof staat, kun je verwachten welke richting een discussie ongeveer op zal gaan. In mijn geval kon dat grofweg twee kanten op gaan: negatieve associaties of positieve. Daarop is het mogelijk om verdiepende vragen te stellen: bijvoorbeeld of mensen ergens eigen voorbeelden bij hebben.

Hoewel mijn persoonlijke mening er niet toe doet tav de mate van bureaucratie bij overheidsorganisaties, vind ik als docent organisatiekunde wel dat studenten beide kanten moeten zien. In de discussie probeerde ik dat teveel te sturen, terwijl ik dat beter aan de eigen voorbeelden had kunnen koppelen. Ook daarbij had een betere voorbereiding geholpen.

Tot slot de relatie met de Loesje als zodanig. Die had ik scherper kunnen maken. Over het tweede deel (vergaderen), hebben we eigenlijk niet gesproken. De Loesje boet daarmee dus in kracht in.

Prikkelen… en dan


Resumé kan ik stellen dat een goede voorbereiding essentieel is om rendement uit de activerende opening te halen. De vragen die ik eerder geformuleerd heb zijn essentieel om voor jezelf te beantwoorden. Pas dan zal een activerende opening daadwerkelijk tot focus op de inhoud en een actieve werkhouding leiden. Prikkelen is namelijk goed, maar als voor de toehoorder de essentie niet helder is, dan zullen mensen juist afhaken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten